Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Abisai, de zoon van Zeruja, hielp hem, en sloeg den Filistijn, en doodde hem. Toen zwoeren hem de [36]mannen van David, zeggende: Gij zult niet meer met ons uittrekken ten strijde, opdat gij de [37]lamp van Israel niet uitblust. 36. De officieren en krijgslieden van David zwoeren David. 37. Of, kaars, lantaarn; dat is, opdat gij, die Israel met raad en daad voorlicht, niet omkomt. Zie wijders van deze schone gelijkenis 1 Kon.11:36.